Dag- en nachtkalenders: wie, wat en wanneer
Bedplassen heeft verschillende oorzaken of is een combinatie van meerdere factoren. Om het probleem van uw kind beter te begrijpen, kan uw arts u vragen om samen met uw kind een dag- of nachtkalender in te vullen. Op die kalenders vult u de urineproductie overdag en ’s nachts in. Maar ook informatie over het blaasvolume van uw kind, over de frequentie van plassen, het urineverlies en de vochtinname. Die 5 parameters geven uw dokter een vollediger beeld.
De dagkalender
Noteer minstens voor een periode van twee dagen tijdens het weekend (of beter twee dagen tijdens de week, of vier dagen tijdens twee opeenvolgende weekends) heel accuraat wat, wanneer en hoeveel jouw kind drinkt en ook alle plasjes en stoelgang, van als het kind opstaat tot het gaat slapen. Deze gedetailleerde informatie zal jouw dokter helpen te zien of er een probleem is met de blaas van het kind.
Opgelet, een dagkalender voor een schooldag ziet er anders uit dan een dagkalender voor een vrije dag.
De Nachtkalender
Deze kalender gebruikt u 2 weken. Hij bestaat uit 3 delen:
14 dagen lang noteert u het aantal ongelukjes ’s nachts (enuresis) en het aantal keer dat uw kind opstaat om te plassen (nocturie). U schrijft ook op wanneer uw kind gaat slapen en wanneer het opstaat.
Tijdens die 2 weken moet u ook de nachtelijke hoeveelheid urine meten.
U noteert dagelijks of er stoelgang gemaakt is.
Dag-, en nachtkalenders doen uw arts beter begrijpen wat er aan de hand is. Het gebruik zelf leidt soms al tot een vermindering van het bedplassen. Vul ze daarom consequent in!